Een president kiezen is in Somalë iets dat heel veel tijd in beslag neemt. Het niet zozeer ingewikkelde, maar langdradige proces is in oktober begonnen en nog niet ten einde. De burgers kiezen niet rechtstreeks. In plaats daarvan wijzen clanoudsten ruim 14000 gedelegeerden aan die weer de 275 leden van het nataionale parlement moeten kiezen. De parlementen van de zes federale deelstaten – Puntland, Somaliland, Jubbaland, Zuid West staat, Galmudug, Hirshebelle – stemmen vervolgens voor de 54 leden van de Eerste Kamer. Uiteindelijk kiezen beide Kamers de nieuwe president.
Deze vorm van verkiezingen wordt gedicteerd door de grote onveiligheid in het land. De extremistische, islamitische strijdgroep Al Shabaab, zwaar gekant tegen verkiezingen, is de baas in grote delen van het platteland en pleegt regelmatig aanslagen in de hoofdstad Mogadishu en andere steden. In aanloop naar de verkiezingen heeft Al Shabaab het aantal aanslagen opgevoerd.
Het is de 22000 man sterke strijdmacht van de Afrikaanse Unie weliswaar gelukt Al Shabaab uit steden te verdrijven maar de militairen zijn niet opgewassen tegen de verrassingsaanvallen van de jihadisten. De AU-troepen, samengesteld uit militairen uit Oeganda, Burundi, Ethiopië en Kenia, Djibouti en Sierra Leone, verdrijven Al Shabaab soms uit een regio, maar zodra de Afrikaanse macht zich terugtrekt nemen de extremisten direct hun weer plaats in. Ook een reeks van succesvolle aanvallen door Amerikaanse drones op de leiding van de beweging, heeft Al Shabaab niet kapot gemaakt.
Het land raakte sinds dictator Siad Barre in 1991 werd afgezet in een neerwaartse geweldspiraal. Eerst bestreden milities van clans en subclans elkaar om lokale macht en economische mogelijkheden. De daardoor ontstane anarchie bleek een vruchtbare bodem te zijn voor de islamitische extremisten.
De verkiezing van een president, er zijn maar liefst zestien kandidaten onder wie het huidige staatshoofd Hassan Sheikh, werden voortdurend uitgesteld omdat de rest van het stemproces zo chaotisch en traag verloopt.
Ook leidt deze constructie ertoe dat velen de verkiezingen cynisch beschrijven als: “Een markt waar miljoenen euro’s worden uitgegeven om stemmen te kopen”. De openbare aanklager van het land, generaal Nur Farah, zegt bewijzen te hebben van hoe kandidaten vele duizenden euro’s neertellen om parlementszetels te bemachtigen. “Twee zetels, een in Galmudug en een in Hirshabelle, gingen zelfs voor ruim een miljoen euro naar de hoogste bieders”, aldus Farah. Op andere plaatsen worden bedreigingen gebruikt om kandidaten af te schrikken. Of kanshebbers worden gewoon fysiek geweerd van de stembijeenkomst.
Ondanks de onveiligheid en roerige verkiezingen heerst er enig optimisme onder Somaliërs. “Elke verkiezing brengt ons een stapje vooruit. Aanvankelijk werden de verkiezingen buiten het land gehouden. Dat was in de tijd dat presidenten krijgsheren waren. Maar het huidige staatshoofd komt uit de burgerbeweging”, merkt de Somalische academicus Ibrahim Farah op die aan een universiteit in het buurland Kenia doceert.
Maar de regering van president Sheikh is berucht om de corruptie waaraan leden zich schuldig maken. Miljoenen euro’s buitenlandse steun zijn op onverklaarbare wijze verdwenen. Somalië heeft een grote broer nodig die lesgeeft in staatsmanschap, meehelpt de staatsstructuren te stroomlijnen en advies geeft voor de opbouw van een lokale markteconomie, gelooft Farah. “Ik zie daarvoor geen kandidaten in de regio. Turkije is misschien een goede gegadigde, ook al omdat we dezelfde religieuze affiniteit delen.”
Turkije heeft de laatste vijf jaar niet alleen veel ontwikkelingsgeld gepompt in Somalia maar ook fors geïnvesteerd in met name de hoofdstad Mogadishu. Ook heeft Turkije een militaire basis in Somalië waar het training verzorgt voor het zwakke Somalische leger.
Farah vindt dat Somalië ondanks geweld, corruptie, en intimidatie rond de verkiezingen op de goede weg. En hij komt diezelfde overtuiging tegen tijdens zijn regelmatige bezoeken aan het land. “Er bestaat zoveel hoop onder de bevolking voor de toekomst. Ik merk dat die hoop groter is dan de angst. Somalië zal een land worden om trots op te zijn maar het zal nog wat tijd en geduld vereisen.”
Kader
Somalië is volgens hulporganisaties een van de slechtste plaatsen op aarde om een vrouw te zijn. Verkrachtingen, mishandeling en genitale verminking (FGM) maken het leven zwaar voor ze. De hoop is dat de verkiezingen de aanzet zijn tot verbetering. De afspraak is dat 30 procent van de parlementszetels door vrouwen bezet moeten worden. Dat wordt nu nog niet gehaald maar er zijn tot nu toe wel meer vrouwen dan ooit gekozen. Eind november, toen nog niet alle zetels waren bezet, was de stand: 16 procent in de Tweede Kamer en 23 procent in de Eerste Kamer. In bijvoorbeeld Nederl;and ligt dat percentage in zowel de eerste als de tweede kamer net boven de 30 procent.
Ook kandideert voor het eerst een vrouw voor de positie van president. Fadumo Dayib (44) vluchtte als klein kind naar Finland waar ze nog steeds woont. Ze heeft ook de Somalische nationaliteit en kan aan de verkiezingen meedoen. Ze voerde een campagne die veel aandacht kreeg van de kiezers. Helaas trok ze zich terug nadat de verkiezing voor een president voor onbepaalde tijd werden uitgesteld vanwege de chaotische verloop van de verkiezing van de volksvertegenwoordigers. Ze wist dat ze niet echt een kans maakte. “Ik doe niet aan corruptie en zonder smeergeld kom je niet in het systeem”, merkte ze op. Dayib hoopt op democratischer verkiezingen in 2020 en wil dan weer meedoen. “En dan ga ik winnen.”