Afrikaanse schrijvers: internet poort naar publiek

Doodmoe was de jonge schrijver Charles Ndegwa van drie jaar aankloppen op de gesloten deuren van Keniaanse uitgeverijen. “Maar sinds kort heb ik bijna een dagtaak aan afspraken met uitgevers. Ik kom nauwelijks aan schrijven toe”, vertelt hij grinnikend in zijn favoriete theehuis in Nairobi met voor de deur een boekenkraampje.

De ommekeer kwam toen Ndegwa zijn werk uit wanhoop dan maar online zette. Ondanks de langdurige desinteresse van uitgevers was Ndegwa overtuigd dat hij mooie verhalen schreef die het grote publiek zou waarderen. Hij creëerde daarom een eigen lezersplatform via zijn website en Facebookpagina. Onder het pseudoniem Charles Chanchori trok hij de aandacht van tientallen vaste lezers. Totdat hij het verhaal “Bekentenissen van een Keniaanse Uber chauffeur” op Facebook zette. Dat ging ‘viral’.

Door dit spannende verhaal, heel herkenbaar voor inwoners van vooral Nairobi, waar het zich afspeelt, werd Ndegwa opeens een landelijke bekendheid. In het verhaal deelt een mysterieuze, getraumatiseerde soldaat zijn gewelddadige ervaringen met een Uber chauffeur tijdens een lange nachtelijke rit. De gesprekken hebben effect op de bestuurder, die aan het einde van de rit een verrassend nieuwe richting in zijn leven inslaat.

De 27-jarige Ndegwa is nog altijd beduusd waarom nu juist dat verhaal zo aansloeg. “Mijn verhalen schrijven zichzelf. Ik wist niet eens hoe dat verhaal over de Uber chauffeur zou aflopen. Toen ik het gepost had, kreeg ik 30 likes op Facebook. Een paar uur later waren het er 700.”

Keniaanse uitgeverijen tonen nu interesse voor een verhalenbundel van de student rechten, die in zijn laatste jaar zit. Ook voor zijn twee ongepubliceerde romans is veel belangstelling. En, niet onbelangrijk en vrij uniek: Voor het eerst verdient Ndegwa geld met zijn passie. In de zondagseditie van het landelijke dagblad The Standard verschijnt nu wekelijks een van zijn verhalen. “Op advies heb ik ook een betalingsmuur gemaakt voor mijn website. Maar het belangrijkste is dat ik het grote publiek bereik. Het internet heeft mijn droom verwezenlijkt. Ik kan leven van schrijven.”

Het Keniaanse literaire netwerk, Kwani, juicht het succes van Ndegwa toe als manier om de gesloten uitgeverswereld te omzeilen. Eensgezind klinkt de klacht van jonge auteurs in Afrikaanse landen dat uitgeverijen op het continent en ook daarbuiten weinig interesse tonen voor hun romans, korte verhalen of gedichten.

Image result for Picture kenyans reading

Veel jonge schrijvers in Afrikaanse landen sturen hun werk in voor de jaarlijkse prestigieuze Caine prijs voor het beste korte verhaal op het continent. Ze hopen daarmee de aandacht van uitgeverijen te trekken. Maar dat is vaak vergeefs. Een enkele uitzondering daargelaten zoals de Nigeriaanse Chimamanda Ngozi Adichie van wie zelfs haar vroegste werken werden uitgegeven in de VS en Groot-Brittannië.
“Het euvel met uitgeverijen in Afrika is dat ze liever schoolboeken uitgeven”, concludeert Tom Maliti, voorzitter van het Kwani-bestuur. “Er is altijd vraag naar leerboeken, er zit weinig risico aan en het verdient goed. Maar literatuur is een gok. Het kan een bestseller opleveren of een flop.”

Maliti denkt Ndegwa’s route veel kan veranderen voor Afrikaanse literair talent. “Misschien is het internet zelfs ook de toegangspoort naar de rest van de wereld voor Afrikaanse schrijvers.” Het internet kent tenslotte geen grenzen en gesloten deuren. De kans opgemerkt te worden door het grote publiek of zelfs een uitgever behoort tot de mogelijkheden.

“Helaas zijn er op het eigen continent op dat vlak ook obstakels. Buiten de grote steden hebben weinig mensen een goede internetverbinding. Ook heeft daar niet iedereen een computer of zelfs maar elektriciteit.”

Kenianen lezen graag maar zelfs pocketboeken van zes of zeven euro liggen financieel buiten het bereik voor de meesten. Ze moeten zich beperken tot de krant waarvan een exemplaar al gauw door gemiddeld zo’n tien mensen wordt gelezen.

 

Er zijn de laatste tijd in Afrika enkele initiatieven genomen om werk van auteurs op het continent uit te geven, vooral als e-boek. Daardoor ziet een groeiend aantal schrijvers hun werk gepubliceerd en liggen boeken van Afrikaanse auteurs binnen het handbereik van steeds meer lezers op het continent.

Zo heeft e-uitgeverij Bahati Books in het eerste jaar van haar bestaan tientallen titels uitgegeven. “We wilden werk van Afrikaanse schrijvers lezen en konden het niet of nauwelijks vinden. Daarom zijn we het zelf maar gaan uitgeven”, aldus een van de twee initiatiefneemsters, de Keniaanse Barbara Njau. Bahati Books biedt een breed scala aan. De e-uitgeverij is vooral blij met de gelauwerde Keniaan Stanley Gazemba die acht kinderboeken op zijn naam heeft staan evenals enkele romans zoals The Stone Hills of Maragoli.

Bahati Books is pas begonnen en heeft nauwelijks winst gemaakt. Dat is wel de Nigeriaan Okechukwu Ofili gelukt met Okada Books, een e-uitgeverij die ook een jaar geleden begon. “Wij richten ons op Nigeriaanse schrijvers en lezerspubliek. In een land met ruim 180 miljoen inwoners is omzet en acceptabele winst al snel gemaakt.”
Ofili, zelf auteur, richtte de e-uitgeverij op omdat hij ook voor dichte uitgeversdeuren kwam te staan. Zijn enige probleem nu is dat door zijn uitgeverswerk het schrijven in de verdrukking komt.

Zijn collega, de Zuid-Afrikaanse Kentse Badirwang, bracht haar boek Katteys Arrow in eigen beheer uit na tien jaar tevergeefs leuren bij uitgevers. “Ik vermoed dat het onderwerp, mijn eigen verkrachtingservaring in onverbloemde taal, uitgevers afschrikte. Het is geen makkelijk leesverhaal maar drukt de lezer op de feiten van Zuid-Afrika waar verkrachtingen aan de orde van de dag zijn”, vertelt de schrijfster. Ze kan niet van de opbrengst van haar boek leven maar leidt een organisatie die opkomt voor verkrachtingsslachtoffers. “Het boek is nodig voor de bewustwording dat verkrachting niet getolereerd mag worden. Maar Katteys Arrow staat nu op de e-boeklijst van Amazon. Eureka!”