Als enige prominente mensenrechtenactivist durfde hij openlijk kritiek te uiten op het bewind in Burundi. Daarvoor heeft Pierre-Claver Mbonimpa (66) nu een hoge prijs betaald. Na een aanslag op zijn leven ligt hij zwaargewond op de intensive care-afdeling van een ziekenhuis in hoofdstad Bujumbura. Mbonimpa werd maandagavond bij zijn huis beschoten door twee mannen op brommers. Hij werd in het gezicht en in zijn nek geraakt. De Nederlandse ambassadeur Jolke Oppewal bezocht Mbonimpa gisteren en meldde dat de activist te zwak is om te praten maar buiten levensgevaar is. Zijn vrouw en dochter waren ook bij hem.
Burundi is de laatste maanden overspoeld door een golf van geweld vanwege de omstreden derde ambtstermijn van president Pierre Nkurunziza. De oppositie zegt dat Nkurunziza er twee periodes van vijf jaar op heeft zitten en plaats moet maken voor een ander.
Maar de president vindt dat zijn eerste vijf jaar niet gelden omdat hij door het parlement is gekozen en niet door het volk. Demonstraties tegen zijn verkiezing werden met grof geweld door de politie onderdrukt. Daarbij vielen zeker zeventig doden. Militairen, eveneens gekant tegen een derde termijn, pleegden een mislukte staatsgreep.
De aanslag op Mbonimpa komt twee dagen na de moord op generaal Adolphe Nshimirimana, de spionnenbaas in Burundi en de machtigste man na de president. De poging tot moord op Mbonimpa wordt als wraak beschouwd voor de dood van Nshimirimana. Tom Malinowski van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken en belast met mensenrechten twitterde kort na de aanslag op Mbonimpa: “Hij is een man die ik zeer bewonder. Verantwoordelijkheid is wat Burundi nodig heeft, niet wraak.”
De meeste dissidenten zijn inmiddels, net zoals meer dan honderdduizend andere Burundezen, gevlucht naar het buitenland. Ook veel onafhankelijke journalisten zitten nu buurland Rwanda, waar ze de online radiozender Inzamba opgezet. In Burundi was Mbonimpa eigenlijk de enige die nog de vinger aan de pols hield. “Ik zit ze op de huid”, zei hij vorige maand nog grijnzend in een interview met Trouw.
Maar de activist – herhaaldelijke bedreigd en vastgezet – gaf ook toe zich niet veilig te voelen. Toch vond hij dat hij in Burundi moest blijven om zijn werk te doen. Juist nu. “De leiders willen niet door mensenrechtenactivisten op de vingers worden getikt. Maar ze zijn vergeten dat wij voor hen opkwamen toen zij opstonden tegen onderdrukkende regimes in het verleden”, zei Mbonimpa tegen Trouw.
Tussen 1993 en 2005 vochten rebellen van de Hutu meerderheid in Burundi tegen het leger, gedomineerd door de Tutsi minderheid. Ruim 300.000 mensen kwamen om het leven. Veel van de huidige leiders komen voort uit de toenmalige rebellenbewegingen.
Amerikaanse, Franse en Zwitserse diplomaten bezochten Mbonimpa maandagavond nog omdat ze zich zorgen maakten over zijn veiligheid. Tijdens de mislukte coup in mei doodden politieagenten gewonden opposanten van de regering in een ziekenhuis in Bujumbura. Zygele Mbonimpa, de dochter van de mensenrechtenactivist, zei tegen het Franse radiostation RFI dat de behandelende artsen van haar vader niet op hun gemak waren. “Ze vroegen ons wat we hadden gedaan om de veiligheid van mijn vader te verzekeren.”
Human Rights Watch (HRW) vindt dat de Burundese regering alles moet doen om aanslagen en wraakacties te voorkomen. In een verklaring wijst HRW op hardnekkige geruchten op maandagmorgen dat de activist zou zijn neergeschoten of gearresteerd. Mbonimpa zat echter gewoon in zijn kantoor te werken. Pas diezelfde avond werden de berichten waarheid.