ICC spreekt een taal die wij niet verstaan

Westerse justitie of Afrikaanse, traditionele rechtspraak voor Dominic Ongwen, de nummer twee van het Verzetsleger van de Heer (LRA)?  De discussie daarover is flink opgelaaid sinds de Oegandees, verdacht van misdaden tegen de menselijkheid, is uitgeleverd aan het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag.

Bijna alle processen bij het ICC zijn tegen verdachten uit Afrika en de resultaten tot dusver zijn uiterst mager. Bewijsvoering blijkt moeilijk door onzorgvuldig onderzoek of door bedreiging en omkoperij van getuigen.

Het LRA terroriseerde 18 jaar de bevolking in het noorden van Oeganda, waar elke familie wel is getroffen. Aan getuigen lijkt er geen gebrek. Toch belooft de zaak tegen Ongwen moeilijk te worden voor het ICC. Hij is namelijk dader en slachtoffer. Net als zo’n 30.000 andere Oegandese kinderen werd hij ontvoerd door het LRA en gedwongen strijder te worden.

Afrikaanse volken hebben eigen traditionele rechtssystemen waarbij verzoening voorop staat.  Zo ook bij de Acholi, het grootste volk in het noorden van Oeganda, waartoe Ongwen behoort. De hoogste traditionele leider van het volk, Rwot David Onen Achana de tweede, vindt dat met de berechting van Ongwen bij het ICC de kansen worden ontnomen op een effectief verwerkingsproces voor slachtoffers.

“Berechting bij het ICC is abstract voor de mensen hier. Het hof in Den Haag is een totaal vreemde entiteit. Er wordt een taal gesproken die zij niet verstaan. Slachtoffers willen daders in de ogen kijken om de gelegenheid te krijgen de bittere emoties, opgesloten in hun borst, te laten ontsnappen. Een rechtszaak in Den Haag zal overkomen als cosmetische justitie.”

Het LRA heeft tienduizenden kinderen ontvoerd, vele duizenden mensen gedood en neuzen en lippen afgesneden. De terreur dwong tachtig procent van de bevolking in het noorden van Oeganda in ontheemdenkampen te gaan wonen. Alleen in de ogen kijken van een dader is toch onvoldoende om zulke misdaden te verwerken?

“Onze vorm van justitie bestaat uit verhalen. Daders moeten vertellen waarom ze het deden, wie opdracht gaf, wat er precies gebeurde. Heel belangrijk is dat ze moeten bekennen, toegeven wat ze hebben aangericht.  Ongwen is zelf vader van enkele kinderen. Hij zou geconfronteerd moeten worden met de emoties van vaders die hun zonen en dochters verloren. Dat draagt allemaal tot het verwerken van de pijn. Pas daarna zou hij om vergiffenis kunnen vragen en die ook krijgen om weer deel uit te kunnen maken van de gemeenschap.”

Dat is toch eigenlijk straffeloosheid?

“Maar wat voor beeld krijgen slachtoffers nu van Ongwen in Den Haag? Het merendeel van de bevolking hier is arm. Ze zien een krantenfoto van hem in een mooi pak, in een gevangenis die voor hen lijkt op een sjiek hotel. Ons systeem kent weliswaar geen gevangenisstraf maar de dader wordt vernederd, moet door het stof gaan om vergiffenis te vragen. Geen luxe cel maar een stuk land omspitten als onderdeel van de compensatie aan slachtoffers.”

Waar komt zo een gerechtelijke traditie vandaan?

“Afrikaanse culturen hebben rechtssystemen die zijn gericht op verzoening om de vicieuze cirkel van wraak te voorkomen. Een dader en een slachtoffer zijn bij ons geen individuen maar leden van een clan. Er is communale schuld evenals communaal lijden. Ons systeem is er op gericht dat de vrede binnen de gemeenschap bewaard blijft en het volk niet versplintert. Een verdeeld en verzwakt volk is ten slotte een makkelijke prooi voor andere volken.”

Het LRA heeft niet alleen vreselijke misdaden begaan in Oeganda maar verlegde later de activiteiten naar buurlanden zoals Zuid-Soedan, Congo en de Centraal Afrikaanse Republiek. Ongwen zou ook in die landen wreedheden hebben begaan. Dat valt toch buiten uw jurisdictie?

Vooralsnog is hij door het ICC alleen aangeklaagd voor misdaden begaan in Oeganda en dat valt onder mijn gezagsgebied. Maar de aanklager kan natuurlijk nog andere beschuldigingen uit andere landen toevoegen aan de aanklacht. Daarmee zou de zaak ons boven het hoofd groeien, te groot worden voor ons traditionele recht.”

Het is nu eenmaal een voldongen feit dat Ongwen wordt berecht door het ICC. Ook al komt het misschien oneigen over op slachtoffers in Oeganda, het is uiteindelijk toch rechtspraak?

Het is in ieder geval beter dan dat Ongwen doorgaat met het begaan van misdaden. Rechtspraak is hoe dan ook nodig om te voorkomen dat de geschiedenis zich ooit nog eens herhaald. Nooit meer mag gebeuren wat het LRA hier aanrichtte. Het zou helpen als het ICC informatie aan de bevolking hier zou geven over hoe een proces werkt bij het hof. Nog beter zou zijn als een deel van de zittingen hier worden gehouden. Mensen kunnen fysiek aanwezig zijn of via grote TV schermen de zaak volgen.  Dat zou ze in ieder geval een beetje het gevoel geven dat de bevolking, de slachtoffers, deel uitmaken van de rechtspraak.

U wilt dat Ongwen na berechting in Den Haag en uitzitting van zijn straf terugkeert naar het noorden van Oeganda?

“Dat zou de mogelijkheid bieden dat hij zich alsnog onderwerpt aan onze traditionele rituelen en mensen hier de kans krijgen bij zijn berechting betrokken te zijn. Zij moeten horen wat Ongwen heeft bezield om te doen wat hij deed. Wat hij nota bene zijn eigen volk aandeed. Heel belangrijk is dat hij gekleineerd wordt door onze gerechtelijke gebruiken. Slachtoffers moeten kunnen zien dat de eens zo machtige en gevreesde rebellenstrijder is gereduceerd tot een normale sterveling.”

Wie is David Onen Achana de tweede?

Hij is de 24ste Rwot, opperleider, van de Acholi, het grootste volk in het noorden van Oeganda. Voor de Britse koloniale tijd bestond Oeganda uit koninkrijken. In 1993 herstelde president Yoweri Museveni ze als culturele instituten die worden geleid door mensen die de titel koning of opperleider dragen.  Zij mogen traditioneel rechtspreken over hun onderdanen.

David Onen Achana (47) werd in 2005 gekozen door de leiders van de 54 clans waaruit het Acholivolk bestaat. Zijn clan is de grootste en levert al generaties lang de leiders van de Acholi. Hij studeerde hotel management en werkte voor zijn benoeming in een groot, internationaal hotel in de Oegandese hoofdstad Kampala. Nadat hij tot Rwot was gekozen, volgde hij een studie in conflicthantering.