Het olifantenweeshuis is overvol

Roi is bijna drie jaar oud.  Ze is een stevige meid met mooi gevormde flaporen en dol op stoeien met de andere weesolifanten. De verzorgers in het olifantenweeshuis van de David Sheldrick Wildlife Trust, aan de rand van de Keniaanse hoofdstad Nairobi, vinden haar vrolijk en lief voor de anderen. Toch heeft Roi al een fors trauma achter de rug.

Twee jaar geleden stond ze naast het levenloze lichaam van haar moeder op de vlaktes van het wereldberoemde wildpark Masai Mara. Olifantentantes, neven en nichten dromden om haar heen. Een giftige pijl had de moeder gedood. Toeristen zagen het en meldden het bij de autoriteiten. Die besloten haar te scheiden van de groep want ze had geen overlevingskansen zonder de melk van haar moeder.

Kort na aankomt in het weeshuis kon ze niet genoeg krijgen van de melkfles die ze elke drie uur kreeg. Twee jaar later is ze dan ook een gezonde kleuter te midden van dozijnen andere olifantjes.  Tientallen grotere wezen leven in twee andere onderkomens van de David Scheldrick Wildlife Trust in het zuiden van het land. Daar worden ze begeleid op de weg naar verwildering en terug naar de bush.

roi

Een belangrijke reden voor de grote hoeveelheid olifantenwezen is stroperij. Voor slagtanden wordt nog altijd veel geld neergelegd met name in Aziatische landen zoals China, Vietnam en Thailand. Door stroperij is sinds 1980 het aantal olifanten in Afrika met meer dan 60 procent gedaald.

“Als het zo doorgaat kunnen mijn kleinkinderen geen olifanten meer in het wild te zien”, zegt Paul Udoto van Kenya Wildlife Service (KWS), de semioverheidsinstantie die de wilde dieren in Kenia beheerd. “En dat zal zeker gebeuren als de Europese Unie niet ons Afrikaanse plan ondersteunt om olifanten te redden van uitsterving”, voegt hij er in één adem aan toe.

De Europese Commissie is van oordeel dat een wereldwijd verbod op de handel in ivoor niet de beste optie is. Eind deze maand wordt daarover gedebatteerd in Zuid-Afrika tijdens Cites, de conventie voor bedreigde diersoorten. Het internationale verdrag dat door 181 landen is ondertekend, probeert een einde te maken aan smokkel van wilde dieren en planten.

Kenia en 28 andere landen willen dat olifanten op de zogeheten Appendix 1 worden geplaatst wat een wereldwijd handelsverbod inhoudt. Daarvoor hebben de landen zich verenigd in de Afrikaanse olifantencoalitie. De EU-commissie schrijft op 1 juli in een standpuntbepaling   dat handel in ivoor weliswaar geen goed idee is vanwege stroperij van olifanten maar de dieren niet op Appendix 1 moeten.

De schijnbare tegenstrijdigheid heeft te maken met het verzoek van vier landen in zuidelijke Afrika om de mogelijkheid open te houden een deel van hun ivoor te zijner tijd te kunnen verkopen. De olifantenbevolkingen in Zuid-Afrika, Botswana, Namibië en Zimbabwe vertonen groei, zo schrijft de EU-commissie die geneigd lijkt om aan hun verzoek te voldoen.

De EU is belangrijk bij stemming omdat het 28 landen omvat. Bovendien, zo blijkt uit vorige Cites-bijeenkomsten, beïnvloedt het Westen vaak het stemgedrag van ontwikkelingslanden die financieel afhankelijk zijn van de rijke staten.

ivory-544

In 1989 werd zo’n wereldwijd handelsverbod afgekondigd omdat een schrikbarende hoeveelheid jumbo’s was gedood voor de slagtanden. Maar na 1999 kregen de vier zuidelijk Afrikaanse landen af en toe toestemming een deel van hun voorraad ivoor te verkopen.

Dierenbeschermers en de olifantencoalitie zien een verband tussen de sporadische legale verkoop van ivoor en de toename van de stroperij. Het moeilijk om na te gaan of de slagtanden afkomstig zijn uit Zuid-Afrika, Zimbabwe, Namibië en Botswana of uit andere landen. Ook is het niet te bewijzen of de dieren een natuurlijke dood stierven of werden gestroopt. Corruptie kan in dit alles niet worden uitgesloten omdat het tenslotte om veel geld gaat.

“De strijd tegen de stroperij en de illegale handel is moeilijk en vergt veel van ons. Parkwachters betalen soms met hun leven om olifanten te beschermen. En het kost allemaal heel veel geld”, somt Udoto op in zijn overvolle kantoor in het hoofdkwartier van KWS aan de rand van het wildpark van Nairobi. Hij is duidelijk boos en voegt er handenwringend aan toe: “Als de EU een wereldwijd verbod niet ondersteunt, dan kleeft het bloed van veel olifanten aan de handen van de lidstaten.”

Uit onderzoeken blijkt dat jaarlijks 30.000 olifanten worden gestroopt, ofwel elke kwartier wordt ergens in Afrika een jumbo gedood. Het ergst getroffen zijn de olifantenpopulaties in Mozambique en Tanzania die in zes jaar (2009 -2015) werden gehalveerd.

De olifanten in Kenia gaat het een beetje beter dan in 2011, het jaar in deze eeuw waarin de meeste olifanten werden gedood. Vorig jaar werden voor het eerst weer meer baby’s geboren dan volwassenen dieren gedood. Toch heeft Kenia deels de leiding op zich genomen van de Afrikaanse olifantencoalitie. Vorig jaar en dit jaar verbrandde het land een deel van de slagtandenvoorraad.

Kenia vecht niet alleen tegen de stroperij maar ook tegen het gebruik als doorvoerland voor slagtanden afkomstig uit andere Afrikaanse landen. De haven van Mombasa is een centraal punt in een illegaal netwerk van ivoor smokkelaars. “KWS, politie, grensautoriteiten en justitie werken samen om de illegale handel te blokkeren. Het is een herculestaak maar we worden er steeds beter in”, zegt Udoto.

images-1

Het lukte Kenia met behulp van Interpol een prominente Keniaanse handelaar te arresteren in buurland Tanzania. Faisal Mohamed Ali was in het bezit van twee ton ivoor, of anders gezegd: de slagtanden van 114 olifanten met een waarde van iets meer dan twee miljoen euro. Hij werd veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf. Justitie hoopt dat het dient als een afschrikmiddel.

“Stropers doen het gevaarlijk werk maar de dealers verdienen het grote geld”, concludeert Frank Pope van Save the Elephants, een van de belangrijkste organisaties die proberen olifanten te beschermen. “Niet alleen stropers en handelaren moeten worden ook aangepakt. Ook de kopers van ivoor. Mensen moeten het gewoonweg niet meer willen hebben.”

Zijn organisatie heeft hard gewerkt om het bewustzijn over ivoor en olifanten in met name China te veranderen. Het land is nog steeds de grootste markt voor ivoor maar de regering heeft beloofd de handel uit te faseren. Onder de bevolking begint het idee langzaam post te vatten dat ivoor niet cool is. Maar zelfs als de vraag in China daalt, neemt die juist toe in Vietnam en Thailand.

Frank Pope kan er met zijn verstand niet bij dat de reuzen van de bush worden gedood voor ornamenten in huiskamers of kantoren. “Olifanten zijn zulke intelligente dieren. Dat zien we nu weer. Onderzoek heeft uitgewezen dat ze hun levenswijze aan het veranderen zijn”, vertelt hij. “Olifanten verstoppen zich overdag in de dicht struikgewas en komen er pas weer uit als het donker is. Dan gaan ze er pas op uit om te eten en te drinken. Ze zijn zich bewust van de risico’s die ze lopen.”