“Het laatste restje eten delen we met het vee”

Honderden vrouwen komen van alle kanten naar het plein voor het politiebureau van Kale-Bayd. Hun kleurrijke jurken en sluiers wapperen in de droge, hete wind. Ze verzamelen zich in de schaduw van een grote acaciaboom. Een groepje voornamelijk oude mannen zit apart. Mustafa Ahmed kijkt toe en zucht diep. Er is paniek in zijn ogen te zien. “Dat zijn vertegenwoordigers van minstens 500 families. Ik heb maar 250 distributiekaarten voor de voedsellevering morgen. “

Hij is de projectcoördinator voor Action Aid in Somaliland dat net als andere delen in Afrika is getroffen door een ernstige droogte die grote honger met zich meebracht. Zeven jaar werkt hij voor internationale organisaties in Somaliland maar nog nooit eerder heeft hij zoveel ellende gezien als nu. “Ik werd vanmorgen wakker met het zingen van vogels. Dat maakte me blij net als het vooruitzicht dat ik enkele honderden families voor enige tijd voedsel kan geven. En nu moet ik even zoveel mensen teleurstellen en vertellen dat ik pas over een paar dagen voor hen terugkom. Het goede gevoel is al weer weg.”

Ahmed is hoogopgeleid en had waarschijnlijk makkelijk een baan kunnen vinden bij een ontwikkelingsorganisatie in het buitenland. Hij is echter verknocht aan Somaliland dat zich 26 jaar geleden afscheidde van de rest van Somalië maar internationaal niet erkend is. Terwijl in Somalië de islamitische extremisten van de Al Shabaab beweging met grote regelmaat aanslagen plegen en geweld aan de orde van de dag is, heerst er relatieve rust in Somaliland.

Maar Somaliland heeft niet de droogte niet kunnen ontspringen die grote delen van het oosten van Afrika treft. Het is een arm land dat voornamelijk afhankelijk is van de ouderwetse veehouderij, landbouw en de handel. Ongeveer anderhalf miljoen van de ruim vier miljoen inwoners zijn getroffen door de droogte. Naar schatting 18 miljoen koeien, schapen, geiten en kamelen zijn omgekomen. Het grijze stoffige landschap ligt bezaaid met karkassen.

Aantallen en statistieken geven volgens nauwelijks de ernst van de situatie weer. Hij wijst naar enkele vrouwen met baby’s. “De moeders hebben onvoldoende te eten en dat betekent minder melk voor de kleintjes. Die hebben juist voldoende voeding nodig om de eerste cruciale jaren te overleven. Ik heb zelf kinderen en het snijdt me door mijn ziel te weten dat hun overlevingskansen met de dag afnemen. Die moeders en die baby’s zijn geen aantallen, geen vreemden. Het zijn mijn eigen mensen.”

De regering zegt dat zo’n twintig mensen, vooral kinderen en ouderen, zijn gestorven aan de gevolgen van honger. En de verwachting is dat het dodental de komende weken zal toenemen, zelfs al het gaat regenen. Er is niet of nauwelijks gezaaid. Een veestapel opbouwen gaat jaren duren. “Voor een nomade is vee alles. Het is hun portemonnee, hun trots, hun leven. Ik heb gezien hoe een vrouw haar beetje eten deelde met een koe zodat het dier melk kon blijven produceren voor het gezin. Elk dier dat sterft treft ze als een mokerslag”, mompelt Ahmed.

Hij verzoekt politieagenten om de stokken van de nomaden die ze altijd bij zich hebben, te verzamelen. Hij is onzeker of het vreedzaam blijft als hij straks moet vertellen dat de helft van de aanwezigen pas over een paar dagen een distributiekaart en voedsel krijgt.

Internationale voedselhulp is problematisch voor Somaliland. De internationale gemeenschap beschouwt het als een autonome regio van Somalië. De Somalische regering heeft om internationale hulp gevraagd voor de honger en moet in principe zo’n 15 procent daarvan aan Somaliland geven. Maar er is weinig contact, laat staan overleg, tussen de twee regeringen.

Ahmed duidt op nog een ander obstakel in de hulpverlening. “De internationale gemeenschap geeft meestal geld aan de Verenigde Naties. Die zoeken dan weer organisaties die het ter plekke kunnen uitvoeren. Uit ervaring weet ik dat het een uitermate traag en bureaucratisch proces is. Het kan maanden duren voordat gedoneerd geld, vertaald in voedsel, in de handen van mensen hier belandt.”

Sneller en effectiever in crisistijd zoals nu is volgens hem de hulp van landen als Saoedi-Arabië, Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten. Die sturen vliegtuigen met voedsel naar Hargeisa waar het wordt overgeladen op vrachtwagens, die binnen enkele dagen bij de slachtoffers zijn. “Maar ook het voedsel wat ik nu kan uitdelen, is erg snel gekomen. Onze zusterorganisatie in Groot-Brittannië stuurde vorige week geld naar ons. We kochten daar direct voedsel voor zoals rijst, bonen en olie op de markt in Hargeisa. Binnen een week kunnen we het afleveren waar het de nood het hoogst is.”

En de nood is hoog in de omgeving va Kale-Bayd, zo’n drie kwartier rijden van Hargeisa. De laatste keer dat in dit gebied voedsel werd verdeeld was in februari. Vele duizenden vee-nomaden uit het oosten van het land zijn met hun gezinnen naar het westen getrokken in de hoop voedsel voor zichzelf en hun dieren te vinden. In het oosten zette de droogte al twee jaar geleden in maar ook in het westen is sinds een jaar geen druppel meer gevallen.

Het zit niet in de nomadencultuur om bij elkaar te gaan zitten en kampen voor ontheemden te vormen. Individuele families bouwden hun onderkomens verspreid over het landschap, vaak wel dichtbij de doorgangswegen.

Het gebrek aan concentratie van ontheemden maakt het voor hulpverleners als Ahmed ingewikkeld om de mensen te bereiken. “Maar het heeft ook voordelen”, merkt hij op. “Als mensen boven op elkaar gaan wonen, is de kans groot op gebrekkige hygiëne en snelle verspreiding van ziekten. Ik heb gemerkt dat het nieuws over een voedsellevering zich razendsnel blijkt te verspreiden in dit weidse landschap.”

Nomaden kennen een uitstekend mechanisme voor sociale ondersteuning. Het zijn niet alleen geharde mensen door hun leefomstandigheden maar ook gewend elkaar te helpen. Elk klein beetje wordt gedeeld als een ander niets heeft. Vrouwen spelen een cruciale rol. “Zij dragen de zwaarste last. Ze sparen eten uit hun mond voor hun kinderen, hun echtgenoten en zelfs hun dieren. Water is echt beangstigend schaars geworden en ze moeten, toch al verzwakt, ver lopen om het te vinden. En onderweg riskeren ze geweld”, vertelt Ahmed.

Hij maakt zich op om de verzameling mensen toe te spreken. Hij beent eerst onrustig heen en weer voordat hij vertelt dat deze keer niet iedereen distributiekaarten krijgt en voedsel. Direct gaan er boze stemmen op. Vrouwen gooien de armen met een wanhopig gebaar in de lucht. Politieagenten met wapenstokken manen tot kalmte.

Als uiteindelijk de rust is weergekeerd na herhaalde plechtige beloften later in de week met de resterende distributiekaarten te komen, maakt het Action Aid team zich op voor de terugreis naar Hargeisa. Ahmed ziet er vermoeid uit. “Enerzijds ben ik in een positie te helpen, anderzijds word ik voortdurend met menselijk leed geconfronteerd”, zegt hij achteroverleunend in de autostoel. Door naar huis in Hargeisa te rijden neemt hij geen afstand van de droogte en de gevolgen. “Net als iedereen in Somaliland hebben mijn vrouw en ik familieleden die nomaden zijn. Op dit moment gaat de helft van mijn salaris naar hen. Ik ben geen nomade van beroep maar de cultuur van delen zit me wel in het bloed.”

 

Somaliland
Somaliland bestaat niet maar het heeft wel een politiek systeem, regeringsinstellingen, een politiemacht en een eigen valuta. Jaarlijks wordt er een van de meest gerespecteerde boekenbeurzen in Afrika georganiseerd.

Map of Somaliland

De internationale gemeenschap weigert het gebied te erkennen omdat het juist pleit voor eenheid met Somalië waarvan Somaliland zich afscheidde. In tegenstelling tot Somalië is het Somaliland grotendeels gelukt de extremistische moslimbeweging Al Shabaab en haar invloed buiten de grenzen te houden en te zorgen voor relatieve veiligheid.

Tijdens de koloniale tijd was Somaliland Brits en Somalië Italiaans. In 1960 verenigden ze zich en werden onafhankelijk. In de jaren tachtig ontstond echter een afscheidingsbeweging in Somaliland, een ontwikkeling die door de toenmalige president Siad Barre werd afgestraft met bombardementen van de steden. Tienduizenden mensen kwamen om. Toen Barre in 1991 werd afgezet, scheidde Somaliland zich. Koppig begon het alleen aan de opbouw.

“In de afgelopen 26 jaar hebben we geleerd alles alleen te doen”, zegt Alhan Mohamed. Ze is lid van het nationale droogte comité en voormalig minister van Werkgelegenheid. “Ook nu helpen we de slachtoffers van de droogte zoveel mogelijk zelf. De bevolking, zakenlieden, de diaspora en zelfs schoolkinderen hebben zo’n drie miljoen dollar bijeengebracht.”

De humanitaire zorg is haar eerste prioriteit. Daarna wil ze werken aan grote veranderingen. “Het broeikaseffect kunnen we niet veranderen maar we moeten onze vee-nomaden modernere veehouderij methoden leren. En herders moeten zich ook meer gaan toeleggen op landbouw.” Nu al hebben vooral jonge nomaden ergens een akker waar ze koren op verbouwen.

Ook gelooft Mohamed dat er een grotere economische diversiteit moet komen. “We hebben vee, we doen aan landbouw en zijn goede handelaars. Maar we produceren niks. Dar moet verandering inkomen, zegt Mohamed resoluut.

Ze rekent daarvoor niet op steun uit het buitenland. Somaliland kwam onlangs in een slecht blaadje bij de internationale gemeenschap omdat het verkiezingen van maart naar oktober verschoof. De regering, politieke partijen en de kiescommissie geven als reden de honger waardoor tienduizenden mensen ontheemd raakten. De internationale gemeenschap waaronder Nederland had flinke steun gegeven voor het verkiezingsproces en toont zich diep teleurgesteld. Het belooft echter wel hulp te geven voor de slachtoffers van de droogte.