Ethiopie hervormt in hoog tempo

“Ik douch tegenwoordig met een paraplu omdat ik continue naar de radio op mijn mobieltje moet luisteren. Als ik ‘m maar even uitdoe, heb ik alweer een verandering gemist.” Jibril Ummar, een Ethiopische jongeman met de bouw van een rugbyspeler moet hard lachen om zijn eigen grap. Hij doelt op het hoge tempo waarmee de nieuwe premier van het land, Abyi Ahmed, hervormingen erdoorheen jast. Het nog kortgeleden autocratische Ethiopië zit op een stevige democratische koers.

Ummar (28) is een jonge, energieke man van de Oromo, de grootste bevolkingsgroep van Ethiopië.  Zij waren de kern van de protestbeweging die de regeringspartij EPRDF begin dit jaar dwong aan een democratiseringsproces te beginnen. “Ik moet de politiek op de voet volgen en heb geen tijd voor afleidingen. Als het ons niet zint, moeten we weer de straat op.”

Zijn ouders zijn daar niet blij mee, vertelt hij. Ze vinden het de hoogste tijd dat hij gaat trouwen en kinderen krijgt. Hij belooft het ooit te doen, maar niet nu.

Ummar trapt regelmatig op zijn eigen rem als de euforie over de daden van de premier met hem aan de haal gaat. “Premier Ahmed maakte tenslotte deel uit van het oude politieke systeem dus moet ik hem een beetje wantrouwen en in de gate houden. En die onlangs mislukte aanslag op hem betekent dat onze vijanden de strijd nog niet hebben opgegeven.”

Hij woont in het lommerrijke stadje Adama, ten zuidoosten van de hoofdstad Addis Abeba. Het was een van de centra van de opstand tegen de regering. Na de protesten en het keiharde optreden van de politie, heerst er nu het gewone alledaags leven. Mensen haasten zich door de straten om aan de miezerige regen te ontsnappen. In het busstation in het centrum slepen passagiers met bagage en schreeuwen chauffeurs hun bestemmingen.  Demonstranten van weleer volgen weer colleges op de plaatselijke universiteit en de jongste betogers zitten als vanouds in de banken van de middelbare school.

Ummar handelt in computers en mobiele telefoons. Zijn studie elektrotechniek maakte hij niet af omdat hij, zoals zoveel activisten tegen het autocratische bewind, in de gevangenis belandde. Inmiddels zijn enkele tienduizenden mensen vrijgelaten door premier Ahmed (41).

Abiymania - Ethiopians are going wild for Abiy Ahmed | Middle East & Africa  | The Economist

Daar bleef het niet bij. Ahmed laat zijn landgenoten van de ene verbazing in de andere vallen. Hij liet een vrije pers toe en gooide de door de staat geleide economie open. Tot groot vermaak van Ethiopiërs gaf hij publiekelijk politie, leger en inlichtingendiensten ervan langs omdat ze gemarteld hadden. Hij stuurde de top van leger en veiligheidsdienst met vervroegd pensioen. De premier had zelf in het leger gezeten maar hield zich niet bezig met martelpraktijken, wel met communicatie. Die afdeling draaide met enige regelmaat de knop van het internet om verspreiding van kritiek op de vorige EPRDF-leiding te smoren. Tot verbazing van vriend en vijand hield hij kort na zijn aantreden overheidsambtenaren tijdens een life TV-uitzending voor dat vrijheid van meningsuiting waardevol is en gekoesterd moet worden.

“Ik heb in de afgelopen vier jaar een hele reeks nieuwe vrienden erbij gekregen, allemaal activisten voor democratie. De meeste ontmoette ik in de Kaliti gevangenis in Addis Abeba, waar we vlooien en luizen deelden, het allemaal koud hadden en leden onder het gebrek aan medische verzorging. Dat schept een hechte band”, vertelt Ummar tussen twee slokken macchiato in de tuin van een plaatselijk hotelletje.

Ethiopië met ruim honderd miljoen inwoners heeft een jonge bevolking. Zo’n 65 procent is jonger dan 25 jaar.  De opstandige Qeerroo waren niet alleen jonge volwassenen maar ook veel middelbare scholieren. “Die scholieren waren moeilijk in de hand te houden. Ze gingen regelmatig door het lint en vernielden eigendom van anderen. Dat was nu juist wat wij als beweging niet wilden”, merkt Ummar op. Hij organiseerde dan bijeenkomsten om ze dat op het hart te drukken.

Wie de leider van de Qeerroo beweging is, blijft een geheim. De leden zijn verdeeld in clusters met een aanvoerder. Ze wisten zich te organiseren in Oromia met een oppervlakte zo groot als Groot-Brittannië terwijl de overheid het internet had afgesloten en sms’en onmogelijke had gemaakt. Ummar, een clusterleider, grinnikt. “Een flink aantal van ons weet veel van IT en daarmee hebben we ons voordeel gedaan.”

De zon is tevoorschijn gekomen en hij neemt me mee op een wandeling door het stadje. Er rijden voortdurend vrachtwagens over de hoofdstraat en aan de rand van Adama staan tientallen geparkeerd.  De plaats ligt op een kruispunt voor transportverkeer vanuit Kenia in het zuiden en de haven van Djibouti in het oosten naar Addis Abeba.  Qeerroo blokkeerde begin dit jaar tankwagens naar de hoofdstad. Het dreigende brandstoftekort was misschien wel de laatste zet die de EPRDF ertoe bracht een hervormingsgezinde premier te kiezen. De meeste truckers waren maar al te bereid om gehoor te geven aan de blokkade.

Ummar is trots op wat de protesten van de Qeerroo hebben bereikt. “Een jongerenrevolutie”, noemt hij het. Het verzoek om een foto weigert hij. “Ik opereer liever in de schaduw. Ik ben ook niet op Twitter en Facebook te vinden. Zolang de Qeerroo van mijn cluster maar weten wie in ben, voor het geval het weer nodig mocht zijn.”

Het waren niet alleen de jonge mannen en vrouwen die met gevaar voor eigen leven op straat democratie eisten.  Ook grote aantallen journalisten, bloggers en activisten droegen van achter toetsenborden van hun computers hun steentje bij. Velen werden gearresteerd maar anderen namen de woordenstrijd over.

Bisrat Teshome (35) is een onafhankelijke econoom die bijna dagelijks Twitter en Facebook gebruikt om zijn mening te ventileren over ontwikkelingen op zijn vakgebied. Hij is geen Qeerroo meer want hij is getrouwd en heeft kinderen. Zijn aandeel in de omwenteling was zijn deskundige kijk geven op de economische daden of misdaden van de vorige regering. “Mensen willen democratie maar ook verandering op economisch vlak. Ethiopië is nog altijd een van de armste landen en de bevolking wil naast vrijheid ook een beter leven.”

Bisrat t

Zo’n 20 procent van de ruim honderd miljoen Ethiopiërs leeft in armoede volgens het meest recente onderzoek van de Ethiopische nationale planningscommissie dat dateert uit 2016.  Maar op papier vertoonde Ethiopië prachtige economische groeicijfers van 11 procent en voor dit jaar wordt 8 procent voorspelt. “Daar merkte het merendeel van de bevolking weinig van”, concludeert Teshome bij een kopje koffie in het Lime Tree restaurant aan de drukke Bole straat in het centrum van Addis Abeba.

De hoofdstad is een permanente bouwput waar hoge flatgebouwen op luttele meters van elkaar uit de grond worden gestampt. De huren zijn naar Ethiopische maatstaven hoog. “Het ziet er van buiten prima uit maar eenmaal binnen schort het aan afwerking en zijn vaak inferieure materialen gebruikt. Het ontbreekt ons aan knowhow en innovatie. We fabriceren al jaren dezelfde bedden, dezelfde stoelen. Er moet iets nieuws, iets beters komen. Ontwerpers, handwerklieden moeten geleerd worden waar ze nieuwe ideeën kunnen opdoen.”

Teshome vindt dat geïnvesteerd moet worden in mensen en niet alleen in de megaprojecten zoals het vorige leiderschap deed. Zo werd begonnen aan de bouw van de Renaissance dam die de grootste waterkrachtcentrale in Afrika moet worden. Er is een ruim 750 kilometer lange spoorwegverbinding gelegd vanuit Addis Abeba naar buurland Djibouti wiens haven Ethiopië gebruikt voor import en export. En er is een heel netwerk aan nieuwe wegen aangelegd waar buiten de steden weinig auto’s op rijden.

“Met onze bevolkingsaanwas moet er gezocht worden naar arbeidsintensieve mogelijkheden. Industrialisering is mooi maar tegenwoordig wordt het meeste door machines gedaan. De landbouw is uit het oog verloren. Daar moet overheidsgeld naar toe om boeren te helpen te moderniseren.”

Teshome steekt niet onder stoelen of banken dat hij een fan is van premier Ahmed. “Ik zie alleen nog niet helemaal de economische koers die hij wil gaan varen. Wel worden jonge mensen op sleutelposities benoemd. Dat is hoopvol.” Zo werd een 29-jarige vrouwelijke ingenieur benoemd tot directeur van het staatsbedrijf dat industriële terreinen in het hele land aanlegt.

“Jong en een vrouw! Dat zou de oude garde van de regeringspartij nooit hebben gedaan”, merkt Teshome op. Hij is opgelaten over de aankondiging dat staatsbedrijven zoals Ethio Telecom, het enige mobiele telefoniebedrijf en de luchtvaartmaatschappij Ethiopian Airlines opengaan voor privé, –  en buitenlandse investeringen. “Voordat je het weet hebben we een aandelenbeurs”, lacht Teshome. “Zoals het er nu uitziet ligt in ieder geval de toekomst in handen van de jongere generatie.”

Portretten:

Siyane Aniley (30)

“Het waren moeilijke en angstige jaren. Ethiopië stond echt aan de rand van een burgeroorlog. Maar nu voel ik me optimistisch en geniet ervan zonder angst mijn mening te uiten. Toch wil ik niet te euforisch zijn want teleurstelling kan om de hoek liggen.

Naast mijn doctoraalstudie, geef ik ook college aan de onderwijsfaculteit op de universiteit van Mettu in Oromia. Ook daar werd geprotesteerd en zag ik hoe betogende studenten ongenadig werden geslagen, gearresteerd en verbannen van de universiteit.

Jongeren hebben de koers van dit land veranderd. Zij brachten de discussie naar de straat. Het verzet van de jongeren was de belangrijkste factor die hervormingen in beweging bracht en daarvoor verdienen ze erkenning en respect.”

 

Atnaf Berhane (29)

“Het is heerlijk om te kunnen schrijven en zeggen wat ik denk en voel. Niet meer over mijn schouder kijken of er iemand meeluistert. Niet meer bang hoeven te zijn weer in de gevangenis te belanden voor mijn mening.

Wat we nu kunnen doen is de vinger aan de pols houden en premier Abyi Ahmed beschermen tegen de oude garde binnen de regeringspartij EPRDF die geen hervormingen wil.  We moeten heel alert blijven.

Ik ga, naast mijn IT-studie verder met mijn werk als blogger. Ik laat horen wat er op straat wordt gezegd en hoe mensen reageren op wat de regering doet. Ik weet dat premier Ahmed mijn Tweets leest want daar reageert hij soms op. “

Befekadu Haile (38)

“De Oromo waren altijd gemarginaliseerd binnen de politiek. Historisch waren het andere etnische bevolkingsgroepen die het voor het zeggen hadden. Nu hebben Oromo, en ik ben er een van, het voortouw genomen in de omwenteling. We hebben daarvoor een hoge prijs betaald en kunnen eindelijk meebeslissen welke kant dit land op gaat want de premier is een Oromo.

Oromo mogen echter niet het land overnemen zoals andere etnische groepen dat deden. We kunnen trots zijn op onze etnische afkomst maar politiek bedrijven als Ethiopiërs.

Ik ben een mensenrechtenactivist, niet een vak dat in Ethiopië te leren was. Ik stak het op online, zoals mijn generatiegenoten ook leerden over democratie. De sociale media was ons antwoord op de staatspropagandamachine.”