Ethiopië wordt getroffen door de ergste droogte in de afgelopen vijftig jaar. Rond negen miljoen mensen moeten voedselhulp krijgen om te overleven. De droogte is het gevolg van El Nino, een natuurlijk fenomeen dat ontstaat door het opwarmen van het oppervlaktewater van de Stille Ocean. Het zorgt in sommige delen van de wereld voor buitensporig veel regen en op andere plaatsen tot grote droogte.
Internationale hulporganisaties en de Ethiopische overheid zijn in actie gesprongen om de ergste honger te ledigen. Hoe ernstig de situatie is blijkt wel uit de erkenning door de regering in Addis Abeba dat ongeveer 10 procent van de bevolking voedselhulp nodig heeft. De autoriteiten geven zelden falen in eigen land toe en journalisten krijgen dan ook niet of nauwelijks toegang tot de ergst getroffen gebieden.
Ook buurlanden Eritrea, Sudan en Djibouti kampen met droogte terwijl andere landen in de regio zoals Somalië, Oeganda en Kenia te lijden hebben van te veel regen.
Voedselgebrek in Ethiopië herinnert onmiddellijk aan de hongersnood in dat land van 1984. Toen stierven bijna een miljoen mensen. Ook toen was de aanleiding een ernstige droogte maar de situatie werd verergerd doordat de toenmalige regering de ramp negeerde en het westen te traag reageerde.
Een herhaling wordt deze keer niet verwacht. Er bestaan tegenwoordig tal van waarschuwingsmechanisme die droogte tijdig aangeven. Ethiopië wist wat het te wachten stond. “De regering herverdeelt het budget om fondsen vrij te maken voor de aanschaf van voedselhulp. In 1984 stierven veel mensen en dieren. Nu zijn we weerbaarder en de regering is al actie aan het nemen”, vertelt Alemayehu Berhanu van het ministerie van landbouw.
Ook internationale hulporganisatie zoals Save the Children complimenteren Ethiopië voor de snelle reactie. “De regering is proactief en probeert genoeg voedsel aan te schaffen. Er is echter maar een beperkte hoeveelheid voedsel dat op de internationale markt beschikbaar en hulporganisatie moeten bijspringen”, aldus Charlie Mason van Save the Children in Ethiopië.
Toch is de schade al groot. Veel vee is gestorven en dat is een zware financiële belasting voor herdersvolken die in de ergst getroffen gebieden leven. De dieren dienen als hun portemonnee. Als er iets nodig is, wordt een dier verkocht om geld te krijgen om de aanschaft te betalen.
Zeker 80 procent van de bevolking leeft van de kleinschalige akkerbouw of veeteelt. Dat gebeurt veelal op ouderwetse en weinig winstgevende manier. Een op de drie Ethiopiërs moet, volgens de Wereldbank, rondkomen van ongeveer een euro per dag. Toch noteert Ethiopië sinds enkele jaren een gemiddelde groei van tien procent en is daarmee een van de snelst groeiende economieën ter wereld.
De regering probeert wel enige ontwikkeling te brengen op het platteland maar heeft meer aandacht voor grootschalige projecten zoals de bouw van enorme dammen om elektriciteit op te wekken voor eigen gebruik en export naar het buitenland. Ook investeert de overheid stevig in industriële ontwikkeling zoals de productie van cement, textiel en leerbewerking.
Een van de zwaarst getroffen gebieden in Ethiopië is de Afar deelstaat in het noordoosten. Het wordt wel ’s wereld bakoven genoemd omdat het in de Danakil depressie ligt waar het gemiddeld 50 graden overdag is. Het is de laagste plek en de heetste plek op de planeet.
Regenseizoenen zijn bijna drie jaar uitgebleven in Afar waar toch al weinig neerslag valt. De bevolking op het platteland bestaat vooral uit veehouders. Hun basisvoedsel is melk van koeien, geiten en kamelen. De dieren produceren geen melk meer door het gebrek aan water en sterven in grote getalen.
Veel Afar veehouders zijn de afgelopen maanden naar steden in de deelstaat getrokken. Maar de opvang laat veel te wensen over. Er is weliswaar door de lokale autoriteiten gierst verstrekt maar geen zout en olie om het te bereiden. Ook ontbreekt het aan matrassen en tenten. De watervoorziening in de steden is onder druk komen te staan door de toename van het bevolkingsaantal.