De regering doet niets voor vee-nomanden

Kenia heeft te kampen met extreme droogte. Vooral de nomaden in afgelegen gebieden lijden hier onder. Slot van een tweeluik.

Clanoudsten van het Masai volk in Baringo houden spoedberaad onder een schaduwrijke boom. Een krat met lauwwarme frisdranken moet de ergste dorste lessen in de middaghitte. “We zijn het eens dat we onze levenswijze moeten veranderen. Dat is de enige manier om de steeds terugkerende droogte het hoofd te bieden. We hebben wel de hulp nodig van de regering maar die doet zelden iets voor vee nomaden”, concludeert clanoudste Jonas Kacheta Kirati.

Kenia gaat gebukt onder een ernstigste droogte. Vee sterft, gewassen verdorren en mensen trekken naar grote dorpen of steden in de hoop voedselhulp te vinden. Ook op de bergen en in de dalen van Baringo, een district in het westen van het land, zijn nauwelijks mensen te zien. En iedereen heeft een fles of aan kleine container bij zich om te vullen zodra ergens water wordt verstrekt.

De Masai oudsten, bijeen in een gehucht zo’n twintig kilometer buiten de plaats Marigat, waren al langer tot de conclusie gekomen dat ze hun geliefde nomadenbestaan moeten opgeven. Ze willen communale veehouderijen vormen. “We spreken dan af hoeveel koeien elk lid kan hebben zodat de dieren het hele jaar voedsel hebben. Dat betekent vast en zeker minder koeien”, vertelt Kirati. “Ook willen we ons ras koeien kruisen met andere soorten die beter bestand zijn tegen extreme klimaten.”

Ingrijpende besluiten want vee nomaden trekken sinds mensenheugenis rond met hun dieren op zoek naar gras en water. Koeien, kamelen, geiten en schapen zijn de rijkdom, de portemonnee, van nomaden. “Het is niet onze wens om alles te veranderen maar de natuur dringt het ons op. Je vecht niet met de natuur, je gehoorzaamt”, merkt Kirati op terwijl hij wat dieper in zijn plastic stoel zakt. De anderen staren zwijgend voor zich uit. Een paar magere geiten en schapen zoeken achter de stoelen op de kale en stoffige grond tevergeefs naar iets eetbaars.

Clanoudsten van het Masai volk in Baringo houden onder een schaduwrijke boom.  Een krat met lauwwarme frisdranken moet de ergste dorste lessen in de middaghitte. “We zijn het eens dat we onze levenswijze moeten veranderen. Dat is de enige manier om de steeds terugkerende droogte het hoofd te bieden. We hebben wel de hulp nodig van de regering maar die doet zelden iets voor vee nomaden”, concludeert clanoudste Jonas Kacheta Kirati.

“Maar extreme droogte hoeft geen honger en dood te betekenen”, zegt Clement Chesire, ruim 250 kilometer zuidelijker te midden van de hoogbouw in de hoofdstad Nairobi. Hij is afkomstig uit Baringo en werkt bij de ontwikkelingsorganisatie Action Aid waar hij belast is met rampenbestrijding.  De droogte bezorgt hem veel werk. “Het is toch te gek dat in deze tijd nog altijd slachtoffers vallen ten gevolge van droogte. Ik leg de schuld daarvan voor het grootste deel bij de regering. “

Na de laatste ernstige droogte in 2010 stelde IGAD, een handelsblok van acht Oost-Afrikaanse landen waaronder Kenia, aanbevelingen op die ervoor moesten zorgen dat droogte geen levensbedreigende gevolgen meer hebben.  Zanddammen moesten in zijrivieren worden gebouwd zodat water langer kon worden vastgehouden. Boeren en nomaden moesten worden geïnformeerd over moderne methoden voor landbouw en veehouderij zodat droogte geen desastreus effect meer zou hebben op gewassen en vee. Herbebossing werd bestempeld als grote noodzaak.  En vooral transparantie over hoe hulpgelden worden besteed. De ervaring leert dat donaties voor een flink deel verdwijnen.

“Nu zeven jaar later is er in Kenia niets van die aanbevelingen uitgevoerd. Al was er maar een begin gemaakt met het realiseren van de adviezen, dan was de situatie nu minder slecht geweest”, gelooft Chesire.  Hij kritiseert de regering ook voor de 90 miljoen dollar die het heeft uitgetrokken voor hulp aan zo’n drie miljoen getroffen mensen. “Dat is slechts tien procent van wat nodig is om mensen nu en in de toekomst te helpen.”

Chesire’s mobieltje maakt een zoemgeluid. Hij voert een kort gesprek en zucht dan diep. “Een nicht in Baringo heeft haar laatste geit verkocht maar komt nog geld te kort voor voedsel voor haar kinderen. Ook haar zal ik wat van mijn salaris sturen.”