Alternatief geld helpt in sloppenwijken

De honderden sloppenwijken verspreid over heel Kenia verschillen van karakter maar wat de bewoners gemeen hebben, is het gebrek aan geld. Het mankeert ze meestal aan munten of biljetten om in hun dagelijkse behoeften te voorzien.  In vijf armenwijk in het land is nu de Sarafu, een gemeenschapsvaluta ingevoerd, om een eind te maken aan het voortdurende geldgebrek.

Het functioneert naast de reguliere valuta, de Keniaanse shilling, en bevordert op lokaal niveau de handel. Mary Akosa verkoopt groente zoals spinazie, kool en andere bladgroenten in Karangware, een sloppenwijk aan de westzijde van de hoofdstad Nairobi. Haar man heeft geen vast werk. Zij sloot zich in februari aan bij de wijkgroep van zo’n 200 mensen die de Sarafu gebruiken. “Voorheen kon ik mijn familie ’s morgens een kop thee met melk geven en een maaltijd ’s avonds. Tussendoor was er niks omdat ik niet genoeg verdiende. Door de Sarafu heb ik meer handel, meer inkomen en nu eten we drie keer per dag.”

Het is geen wereldschokkende verandering maar voor het gezin een enorme verbetering. De meeste inwoners van het naar schatting 200.000 zielen tellende Karangware moeten het nog altijd doen met een maaltijd per dag.

De wijk is veranderd in een glibberige moddermassa, nu de lente is begonnen op het zuidelijk halfrond en dagelijks motregen valt. Er is slechts een geasfalteerde weg waarop mensen, voertuigen, vee en straathonden zich verdringen. De regering trekt zich weinig aan van het lot van de allerarmsten en laat dat over aan nationale en internationale ontwikkelingsorganisatie.

De Sarafu is,  na enige strubbelingen met de overheid, ingevoerd door de Keniaanse organisatie Grassroots Economics. Ze geeft ieder lid 400 Sarafu. Dat is evenveel als 400 Keniaanse shilling, zo’n 4 euro. De enige eis aan de leden is dat ze een handeltje hebben. Dat is eenvoudig in sloppenwijken waar de meeste bewoners geen vast werk hebben en iedereen probeert zelfstandig iets te verdienen. Het gaat niet alleen om verkopers van producten maar ook de kleermaker die kleding verstelt, de bromfietstaxi die mensen vervoert en de Manus van alles die het dak repareert of een extra kamertje bouwt aan een huis.

kawangware-market

Groenteverkoopster Akosa moet naar een boer om haar waren te halen. Ze neemt een boda boda, een bromfietstaxi en de rit heen en terug kost 30 shilling.  Akosa kan zelf beslissen hoeveel daarvan Sarafu en hoeveel daarvan shilling is maar minimaal moet 10 procent in shilling worden betaald.  Tenslotte moet de rijder benzine kopen en heeft daarvoor shilling nodig.  De vrouw geeft de jongeman 20 Sarafu en 10 shilling. ‘s Avonds komt bromfietstaxi rijder bij Akosa om groente te kopen. Hij moet 40 betalen en geeft haar 20 Sarafu en 20 shilling. De shilling gebruikt Akosa om haar groente te kopen.

“Het principe is dat er onderling meer gehandeld wordt, zelfs als er geen geld is door gebrek aan werk. Dus als er te weinig geld in omloop is kan de Sarafu worden ingezet.  Het is eigenlijk ruilhandel en de Sarafu is de schuldbekentenis”, vertelt Ruth Mwangi, projectleider in Nairobi van Grassroots Economics.

Momenteel zijn er zo’n 1200 mensen betrokken bij het alternatieve monetaire systeem in drie sloppenwijken in Nairobi en twee in de havenstad Mombasa.  Alleen al in de hoofdstad leven zo’n 2,5 miljoen mensen in rond de 200 sloppenwijken. Dat is naar schatting 60 procent van de bevolking van Nairobi.

Een keer per maand komen de leden bij elkaar en wordt er een afrekening gedaan. Iedereen dient de gift van 400 Sarafu te hebben. Meer mag ook. Maar als een lid minder heeft, moet met shilling bij worden gekocht. Wie meer heeft kan het inwisselen voor Keniaanse shilling bij Grassroots Economics.

Sommige economen merken op dat het te kleinschalig is. “Maar het aantal leden groeit gestadig. En als op dit moment het leven van zo’n 1200 leden en hun families is verbeterd, noem ik het een succes”, merkt projectleider Mwangi op.

Overigens kent de Sarafu equivalenten in het Westen. In ondermeer Italië, Zwitserland en de Verenigde Staten zijn alternatieve valuta ingevoerd in regio’s, steden of wijken. De meest succesvolle is waarschijnlijk in de Engelse stad Bristol. Niet alleen kan van alles worden gekocht met de Bristol Pond maar ook de elektriciteit kan ermee betaald worden. En de burgemeester ontvangt zelfs zijn hele salaris in de alternatieve valuta.