” Niemand vertelt ons hoe de droogte te voorkomen”

In delen van Afrika en in Jemen heerst honger. Ik ging naar Somaliland, de streek Banka Wajalle, op een uur rijden van de hoofdstad Hargeisa. Ik laat mensen aan het woord die hun huis hebben verlaten omdat er niets meer te eten was.

 

 

Naam: Saeed Ibrahim
Leeftijd: 26 jaar
Beroep: Vee-nomade en landbouwer

 

 

“Ik was een rijke man in Balli Ahmed. Dat ligt in het oosten van Somaliland waar ik geboren ben, getrouwd ben en een goed leven leidde. Ik had ruim 300 koeien, meer dan 250 schapen en een kleine 200 geiten. Ook verbouwde ik koren op een stuk land.

Maar toen kwam de droogte. Die begon al in 2015. Vorig jaar mei hadden we nog een buitje en daarna niets meer. We bleven hopen maar in oktober begreep ik dat we moesten vertrekken want er was geen gras en geen water meer. Mijn dieren begonnen te sterven. Ik huurde vrachtwagens en laadde het overgebleven vee, mijn vrouw en mijn zeven kinderen erop en we kwamen hier. Een lange reis van honderd kilometer.

Ik was al eens in Banka Wajalle en Hargeisa geweest en wist dat het hier altijd groen was. Een vruchtbaar landbouwgebied. Dus hoopte ik gras en water te vinden. Dat was er slechts een beetje want ook hier heerst droogte. En we zijn met veel mensen uit het oosten gekomen en al gauw was alles kaalgevreten. Mijn dieren stierven in hoog tempo, de een na de ander. Nu heb ik eigenlijk niets meer behalve mijn familie, zes geiten en een ezel. Ik schaam me diep. Ik kon mijn familie alles bieden wat een nomade maar nodig had en nu hebben we niet eens genoeg te eten. Ik ben mislukt als nomade, als echtgenoot en als vader.

Alleen Allah weet hoe deze ramp ontstond. Ik weet niet wie ik de schuld moet geven. Ik denk wel dat wij mensen in Somaliland fouten hebben gemaakt. Bomen trekken regen aan. Wij kappen ze voortdurend om houtskool te maken zodat de vrouwen eten kunnen koken. Ook gebruiken we hout om onze akkers te omheinen. We planten echter nooit jonge bomen. We vertrouwen erop dat de natuur weer nieuwe geeft. Dat is niet zo want als ik zo om me heen kijk, zie ik nauwelijks een boom.

Niemand leert ons hoe we bomen moeten planten en verzorgen. De regering doet dat niet en ook op scholen krijgen kinderen geen les daarin. Ik kan koren verbouwen maar hoe dat met bomen gaat, weet ik niet. Er moeten toch mensen zijn die ons wijzer kunnen maken en misschien zelfs de juiste boomstekken geven want ik weet niet welke de beste zou zijn in Balli Ahmed.

Als er regen komt, ga ik naar huis om bomen te planten. Met of zonder hulp van anderen. Ik ben alleen bang dat ik tegen die tijd geen dier meer heb. Wat zullen mensen wel niet van me denken. Maar ik mag de hoop niet opgeven. Mijn kinderen zijn afhankelijk van mij. Ik ga iedereen in Balli Ahmed vertellen dat bomen onze redding zijn. Als we veel bomen planten, komt er misschien nooit meer een droogte.”

 

 

Naam: Fadumo Hashi

Leeftijd: Waarschijnlijk 70 jaar

Beroep: Vee-nomade en landbouwer

 

 

“Iedereen is naar de kliniek in het volgende dorp. De hele familie heeft zware diarree. De kleinkinderen zijn al verzwakt omdat er nauwelijks te eten is. Ze moeten medicijnen krijgen anders ben ik bang dat ze doodgaan. Ik ben de oudste maar wel de sterkste want ik ben de enige die niet ziek is.  Ik ben een echte nomade.

We komen uit Adweyne, in de Togdher regio in het oosten van Somaliland. De mannen zijn weggetrokken met een paar nog sterke dieren die de droogte hebben overleefd. Ze zoeken naar gras en water. Ik, mijn dochters en schoondochters zijn met de kleinkinderen en bijna 200 geiten hierheen gereisd. Eerst een stuk op een vrachtwagen en later gelopen. Het was zwaar, vooral voor de kleintjes. De vrachtwagenchauffeur zei dat Banka Wajalle 150 kilometer van Adweyne ligt.

We bouwden hier onze huizen omdat veel andere mensen uit het oosten zich ook hier spontaan vestigden. Het is geen kamp maar we wonen op loopafstand van elkaar en kunnen elkaar helpen als het nodig is. Een goed gevoel je buren in een vreemde omgeving te kennen.

Sorry, ik moet even die geit op de poten helpen. Als ze gaan liggen komen ze vaak niet meer overeind omdat ze zo zwak zijn.  Zie je daar die karkassen liggen? Allemaal onze geiten. Als ze sterven brengen we ze daarheen anders gaat het hier zo stinken. We kunnen ze niet eens eten want er zit geen vlees meer aan. Het doet elke keer pijn als we weer een dier verliezen. Ze zijn ons leven, onze rijkdom.

Ik heb vele droogten meegemaakt. Ook die van 1970 toen heel veel vee en mensen stierven. De huidige droogte dreigt net zo erg als die van 1970 te worden. Mensen gaan nog niet met tientallen per dag dood maar kinderen sterven al.

We moeten ons beter voorbereiden op droogten. Ik dacht dat ik goed had gedaan door fruitbomen bij onze tarweakker te planten. We hadden mango’s en citroenen die we aten en de rest ging naar de markt. Maar zonder regen geven de bomen niets meer.

We moeten vooruitdenken. Er moeten waterreservoirs worden gebouwd waarin we regen opvangen en sparen voor droge tijden.  Ook moeten we niet al het gras laten opvreten door onze dieren. Een deel moeten we oogsten en opslaan. De regering zegt voor al die ideeën geen geld te hebben. Het rijke Europa en Amerika helpen onze regering niet omdat ze vinden dat Somaliland niet bestaat. Volgens het buitenland horen we bij Somalië waar mensen steeds vechten. Maar wij doen dat niet.

De enige waarop we kunnen vertrouwen is Allah. Ik vraag hem elke dag om regen. Als die er weer komt, gaan we terug naar Adweyne. Dan ga ik geiten fokken en als groot zijn, verkoop ik ze allemaal. Met dat geld begin ik een winkeltje om de vruchten van mijn bomen te verkopen. Hoe goed het nomadenleven ook was, ik geef het op. Het gaat niet meer.”

 

 

Naam: Roble Abdi Aziz

Leeftijd: 12 jaar

Beroep: Scholier

 

 

“Roble betekent regen. Die heeft ons in de steek gelaten. Het was altijd een mooie naam want wij nomaden houden van regen. Nu het al zo lang droog is, klinkt Roble meer als iemand die je bijna ben vergeten.

De scholen in Ceek gingen dicht omdat de kinderen met hun ouders wegtrokken op zoek naar gras en water voor het vee. Mijn vader had gehoord dat er hier geen droogte was en daarom kwamen we hier.. Maar ook hier is geen regen.

Mijn vader is nu heel bezorgd. Hij slaapt niet goed en praat steeds minder. Hij is bang dat ook onze laatste dieren doodgaan. Mijn moeder huilt vaak ’s nachts. Ze is bang dat we straks allemaal doodgaan van de honger.

Ik wist niet wat droogte was tot er geen regen meer kwam. Ik begrijp niet hoe dat kan. Is dat het werk van Allah? Waarom zou hij dat doen? We zijn toch geen slechte mensen die straf verdienen?

Het is naar om met mijn vrienden in de buurt te wandelen en overal karkassen van dieren te zien. Botten en vachten van koeien, schapen, geiten en zelfs kamelen. Mijn vader zegt dat geiten en kamelen sterk genoeg zijn om een tijdje zonder eten en drinken te kunnen. Maar nu niet meer.

We eten minder sinds we hier zijn. Soms doet mijn maag pijn omdat ik honger heb. Maar ik vertel dat niet aan mijn ouders. Die hebben al zoveel verdriet.

Als het weer regent, ga ik terug naar school want ik moet nog veel leren.  Als ik klaar ben, ga ik werk zoeken in de stad. lk wil geen vee-nomade worden zoals mijn vader. Dat is geen goed leven.  Ik wil voor een hulporganisatie werken. Die zie ik hier vaak voorbijrijden. Die auto’s gaan heel hard en zien er mooi uit. Het beste van werken bij een hulporganisatie is dat ik dan ook in zulke auto’s kan rijden.

Een keer heeft een groepje auto’s in de buurt gestopt. We renden er allemaal heen en ze gaven wat eten zoals rijst, bonen en olie. Maar het was al gauw op. Daarna stopten die auto’s hier niet meer.

Ik verveel me want er is niet veel te doen. Ik ga vaak met andere jongens lopen. We praten dan over leuke dingen zoals voetballen. Dat is onze favoriete sport. Ik vind de verdediging de beste positie. We kunnen niet voetballen want we hebben geen bal.  Misschien is dat ook wel goed want door minder eten zijn we minder sterk. Het zou maar een mat partijtje worden.

Mijn vader heeft beloofd als het gaat regenen en we weer meer dieren hebben, hij een voetbal voor me koopt. Ik ga dan goed eten en als we voetballen zorg ik ervoor dat de tegenpartij niet een keer scoort.“

 

 

Naam: Fadumo Muse

Leeftijd: 25 jaar

Beroep: Vee-nomade

 

 

“Ik heb vijf kinderen en dit is de jongste. Een lieve jongen. Hij huilt weinig ook al heb ik niet altijd genoeg melk om hem te voeden. Dat komt door de droogte. We hebben nu minder te eten.  Het baby-meisje van een vrouw hier niet ver vandaan is doodgegaan. Ze was zwak geworden omdat de moeder minder melk had. Toen de baby ziek werd, is ze heel snel gestorven. Ik maak me zorgen over mijn jongen.

We komen uit het oosten, uit de buurt van Beer. Daar vertelde iedereen elkaar dat er geen droogte heerste in het westen. Dus trokken we hierheen. We gingen weg met zo’n 170 geiten. Kijk nu, hebben we er nog maar een paar. En die daar komt al niet meer overeind en zal wel doodgaan.

Ik voel me af en toe zo hulpeloos. Mijn man zit maar voor zich uit te staren. Hij is niet de enige, de meeste mannen zijn zo. Als nomaden geen dieren hebben, verliezen ze hun trots en raken ze verlamd.  Gelukkig is zijn moeder hier. Dat is een vrouw die altijd wel een idee heeft hoe we iets te eten kunnen vinden.

We hebben een keer eten gekregen van een groep mensen. Dat was in februari. Het is al lang weer op. Die mensen beloofden na een tijdje terug te komen met meer eten. Maar ik heb ze niet meer gezien. Toen we ze vroegen waarom er zo weinig is voor ons, zeiden ze dat heel veel mensen in Somaliland honger hebben en ook in andere landen.  We moeten het delen met iedereen.

Ik zie wel een verschil met vroeger. Steeds meer land wordt afgesloten met hekken om onze dieren buiten te houden. Achter die hekken is vaak nog gras maar we mogen er niet in. Iemand zegt dan dat het van hem is. Maar het land is toch van ons allemaal?

De president moet daar iets tegen doen. Maar mijn schoonmoeder zegt dat hij te zwak is. Zij weet dat omdat ze naar de radio luisterde toen we nog batterijen konden kopen. Ik kan op haar leunen. Geen idee wat ik zonder haar zou doen. Ze zegt altijd tegen me dat ook ik sterk moet zijn voor de kinderen en voor mijn man.

Ze is soms boos op haar zonen omdat ze maar zitten en nietsdoen. Soms is ze ook verdrietig voor ze omdat ze de pijn ziet die ze voelen nu ze alles kwijt zijn.  Het is een nare tijd die me wel iets nieuws heeft geleerd. In ons leven kan het gebeuren dat wij vrouwen zo sterk moeten zijn als onze mannen als ze nog vee hebben.

Ik praat daar met andere vrouwen over als we water gaan halen waarvoor we ver moeten lopen. De droogte heeft vrouwen de taak gegeven om de familie in leven te houden.  Maar als het straks gaat regenen, en er worden weer dieren geboren, dan geven we die taak terug aan onze echtgenoten.”

 

 

Naam: Khadar Hersi

Leeftijd: Waarschijnlijk 60

Beroep: Boer/vee-nomade

 

 

“Ik kwam ruim een jaar geleden met mijn familie uit de Togdher regio in het oosten. Daar had het toen al een jaar nauwelijks geregend. Hier was het vorig jaar nog redelijk groen. Je kan nu nauwelijks voorstellen hoe mooi dit land is als er genoeg regent valt.  Ik kwam met maar 10 koeien, 2 schapen en 4 geiten. Familie van mijn vrouw hier bood me het gebruik van een stuk land aan en met advies van lokale boeren ben ik koren, aardappelen en bonen gaan verbouwen. Dat lukte heel aardig.

Maar toen kwam ook hier de droogte. Tegelijkertijd arriveerden veel mensen uit het oosten met hun dieren. Zij hadden langer gewacht met hun vertrek dan ik. De gewassen die nog in de velden stonden, werden door de dieren opgegeten net als het laatste restje gras. Daar kan je niet boos over worden. We moeten delen wat we hebben of dat nu veel of weinig is. Dat is onze traditie.

Maar de tijd is gekomen om die traditie een beetje aan te passen. De regering moet Somaliland verdelen in boerenland en weidegrond. Hekken zijn nodig om het land zo te scheiden dat boeren niet planten op grasland en het vee de oogsten niet opeet.

Ik denk niet dat ik terugga als het gaat regenen. Ik blijf hier en bouw een schuur om oogsten op te slaan zodat ik altijd eten heb voor mijn familie. En er moet een reservoir komen waar altijd water in zit, ook in droge tijden. Mijn eigen familie mag niet lijden onder een volgende droogte.

Ik heb twee van mijn zonen naar Hargeisa gestuurd om werk te zoeken. Hun vrouwen en kinderen zijn hier gebleven. Het is moeilijk voor die twee om iets te vinden want ze hebben weinig meer kennis dan vee hoeden. Maar ze zoeken elke dag en soms hebben ze een baan voor een dag. Ze sturen ons dan een deel van het verdiende geld en wij kopen daarmee eten.

Ik houd niet van de stad. Ik moet ruimte om me heen hebben. Maar mijn zonen zijn jong en kunnen aan nieuwe dingen wennen.  Een van hen, Mohamed, vertelde dat jonge mensen uit Somaliland naar andere landen gaan om geld te verdienen. Er is hier niet genoeg werk voor ze. Misschien lukt het Mohamed ook naar een ander land te gaan. Ik zou hem missen maar als hij daar geld kan verdienen, helpt dat de hele familie.

Deze droogte heeft alles veranderd.  Ik heb soms een jaar zonder regen meegemaakt maar het was nooit zo erg als deze keer.  Ik ben bang dat zulke droogten zich in de toekomst gaan herhalen.  Als we geld hebben kunnen we een tijd zonder regen.

Kijk daar is een wolkje. Als ik dat zie, krijg ik weer hoop. Maar ik heb besloten en ook mijn familie vertelt dat we niet teruggaan. Ik word op mijn oude dag boer maar met het hart van een nomade. Een beetje vee zal ik erop nahouden want een leven zonder dieren is geen leven.”